MORETTI

Ik ben geboren diep verstopt onderin een oude kelder en mijn moeder was een halve wilde. Maar dat is geen rechtvaardiging dat mijn broer en ik ontvoerd werden naar een vreemd, wankel schip nog voordat we zelfs maar onze ogen konden openen. Ik heb niet eens de schoonheid van mijn geboorteplaats mogen aanschouwen, het eiland Pantellería, het paleis van illustere halfgoden als Circe of Armani. In plaats van mijn moeder’s zorgen kwam er een bizarre, enorm grote vent, Robbie genaamd die ons met een melkspuitje te eten gaf. Maar langzamerhand begonnen we de plek waar we opgroeiden leuk te vinden omdat het vol kisten en kasten en verborgen hoeken zat om er te klimmen, klauteren en springen. In het begin vond ik het varen zelfs heel leuk omdat dan het hele huis op en neer deinde en al het keukengerei vrolijk heen en weer slingerde.

Die dartelende plek was in feite de thuisbasis van een stelletje zotten wier favoriete, professionele drank de alcohol was en die de slechte smaak hadden om me ‘Moretti’ te noemen, naar het meest populaire biermerk in mijn thuishaven Pantellería. Dat is de enige trieste herinnering die ik aan mijn geboorteplaats heb. Ik hoorde zelfs dat mijn voorgangers namen hadden als “Whisky”, “Wodka” of “Caragillo” en dat laatste is hun favoriete koffie-cognac. Maar ik heb ze nooit verteld dat “Moretti” ook eens de naam is van de àllerberoemdste dynastie van Italiaanse Commedia dell’Arte-artiesten, dus in het geheim draag ik mijn naam met waardigheid. Hoe dan ook, ik werd zelf ook een geweldig acteur door tijdens hun voorstellingen vaak genoeg een plek op het podium tussen de hoofdrolspelers in te nemen. Dat deed ik spelenderwijs maar dan waren ze mooi in één klap alle aandacht kwijt want wat zij daar doen is altijd behoorlijk voorspelbaar, toch? Trouwens, vroeger hield ik toezicht op hun wilde feestjes door me midden op de bar te nestelen waar de mooiste meisjes me kwamen strelen en waar ik natuurlijk ieders lievelingetje werd.

Het leven was buitengewoon vrolijk. We trokken van eiland naar eiland en mijn favoriete bezigheid was om me aan de voeten van de dichtstbijzijnde visser aan de kade te nestelen. Die had dan geen andere keuze meer dan mij verse visjes te voeren. Een echt paradijs was het kleine Griekse stadje Meganissi waar de sardientjes, waarschijnlijk achtervolgd door een roofvis, met honderden spontaan op de lage kade sprongen. Mmmmm. Maar aan alle paradijs komt een eind. Die zotten hadden de slechte smaak om ons toe te vertrouwen aan een groep Duitse vrijwilligers die zich zogenaamd over straatdieren ontfermden. Stel je voor, ik en mijn broer, straatdieren! Dat gebeurde op het zeer eerbiedwaardige Griekse eiland Lefkada, datzelfde eiland waar een wanhopige dichteres Sappho haar leven verloor door van een klif naar beneden te springen en waar een even wanhopige Cleopatra haar zeeslag en wereldrijk verloor. Nou, wìj raakten onze ballen kwijt. Deze vrijwilligers hadden de zelfbedachte missie om alle zwerfdieren die ze konden bemachtigen te kastreren. En, wellicht nóg erger, om ter herkenning het topje van ons linkeroor af te snijden om zo onze schaamte schaamteloos te markeren! En alsof dat nog niet genoeg was hadden diezelfde Duitsers het lef om aan de schipper te vragen of ie zich niet effentjes over tien straathonden kon ontfermen. Ze hadden immers heel goed in de gaten dat wij geen straatkatten zijn die gratis gecastreerd kunnen worden. Welnu, die straathonden worden, terecht, door iedere rechtgeaarde Griek met stenen begroet. En zo lag er dus al gauw zo’n roedel straathonden hijgend voor de loopbrug te wachten op hun walgelijke hondevoer. Ze durfden natuurlijk niet bij mij in de buurt te komen maar mijn middagwandelingetjes werden door dit gepeupel wel enigszins verstoord.

Het werd nooit meer hetzelfde. Mijn broer, die al de gewoonte had om op buurtscheepjes een dutje te doen, zeilde zonder afscheid te nemen slaperig weg. Dat was op een klein Grieks eilandje met amper tweehonderd zielen. Later hoorden we dat hij daar is teruggebracht en door een oud dametje werd geadopteerd. Hìj wel. Ik begon een hekel aan de lange zeetochten te krijgen vanwege al die natte golven aan dek, vanwege dat helse lawaai uit de machinekamer en omdat er geen fatsoenlijke plek was om te schijten. Er is weliswaar zoiets als een daktuin op het achterdek met een boel plantenbakken, dus die kan ik ten minste vrijelijk omwoelen. Maar zodra de motor start probeer ik te ontsnappen en op die manier heb ik meerdere keren de hele expeditie serieus kunnen vertragen door me aan wal te verstoppen. Nu, tijdens het varen, verstop ik me in de diepste hoek van het labyrint van het schip, net als de Russische zogenaamde zeeman Wolodja, die eeuwig zeeziek is. Ik had me graag bij hem gevoegd als hij zijn kajuitje niet had gedeeld met het gebonk van de tweehonderd-en-twintig paarden. Dat is sowieso mijn rol aan boord en dat hebben ze nauwelijks in de gaten. Ik ben de scheepsdokter, de psychotherapeut die precies weet wie zorg en troost nodig heeft. Elke avond vind ik mezelf een andere favoriet, of misschien twee, en hun favoriete plek is recht op hun kruis. Ik geef de voorkeur aan vrouwen omdat ze zachter en zoeter zijn en alleen in die kille noordelijke landen neem ik genoegen met die broodmagere schipper als er niemand anders beschikbaar is. Dat wil zeggen, hij noemt zichzelf de schipper omdat hij nauwelijks beseft dat ìk de prins aan boord ben. Dit universum is van mij! Ik ben de baas die alles vanaf het midden van de tafel bestiert met mijn dozijn leerlingen rondom. Maar laat ze hun illusies koesteren! Een paar jaar geleden hadden ze de wansmaak om een jong katje aan boord te brengen van een boerderij in de Baskische bergen. Ze was een echte schoonheid, maar wie heeft hen in vredesnaam verteld dat ik gezelschap nodig heb? Dit koninkrijk is van mij! Dus met éen enkele haal heb ik haar discreet van boord gewerkt. Ze vonden haar nog diezelfde middag in de haven, drijvend. Daarna brachten ze haar alleraardigst zusje die spoorloos verdween. Ik ben verdorie een artiest, commedia dell’arte! Zelf ben ik ook eens per ongeluk op dezelfde plek in de haven gevallen, maar daar kwam ik uit door ten koste van al mijn nagels de betonnen palen te beklimmen. Wat anders kan er gebeurd zijn als een kat volledig doorweekt en met stompe nagels aan boord terugkomt? Ik heb daar wel de grootste bloedhekel aan want dan ziet iedereen wat voor een scharminkel ik eigenlijk ben.

Een ander flauw grapje haalden ze met me uit toen we uit het Middellandse-Zeegebied in een klein Baskisch vissersdorp aankwamen. Na talloze dagen op zee had ik recht op een avondwandeling, toch? Zìj gingen meteen met zijn allen rechtstreeks naar de opera! Maar niemand had het fatsoen om mij te vertellen dat er in die gekke noordelijke zeeën zoiets als een getij van vijf meter verschil bestaat. Dus toen ik terugkwam was er geen schip meer te bekennen. Dat dacht ik toen tenminste. Ik voelde me behoorlijk belazerd en bleef tien hele dagen weg zonder ooit te vertellen waar ik geweest ben of wat er gebeurd is. Ze beweren dat ze via de luidsprekers mijn naam over het hele dorp hebben gezongen tijdens de vier voorstellingen die ze na aankomst gaven. Werkelijk? Ik ben perfect in staat om mijn eigen naam te horen als ze tegen me praten, vooral als het om eten gaat, maar hier kwam ik helemaal zelfstandig terug, zij het zwaar gewond. Mijn dokter vertelde me dat mijn linkerkaak was gebroken en dat een operatie achthonderd euro zou kosten. Maar die gierige zotten wilden niets aan mij spenderen, nouja, ze hadden ook bijna niks. Nu gebeurt het af en toe dat ik mijn tong ongewild uitsteek wanneer ik stilletjes met mijn mijmeringen bezig ben en dan beginnen ze te giechelen omdat ze denken dat het grappig is. Maar het is vrij duidelijk dat ìk het ben die mijn tong naar hen uitsteek, nietwaar? Mijn zoete wraak is dat ik hen dwing om nu mijn eten in héle kleine stukjes te snijden, wat met hun stompe messen een omslachtige klus is, te meer met de verse vis die ik de laatste tijd lekker begin te vinden. Ook mijn stemvolume is half verdwenen, maar dit wordt ruimschoots gecompenseerd door mijn klauwen te gebruiken wat eigenlijk nog veel efficiënter blijkt te zijn.

Laatst kwamen ze met weer een andere grap. Ze maakten een face-book-pagina voor mij! Pfu! Dit is wel het toppunt van gebrek aan respect voor een ras zo oud als het onze en het ultieme bewijs van hun zotheid. En het laatste affront, hun allerlaatste waanzin is dat ze nauwelijks meer aan land gaan. Ze weten donders goed dat ik alleen van varen hou als het schip aan de kade ligt waar ik wat gras en zand en vogeltjes kan vinden om mee te spelen. Ik vermoed dat ze er zelf ook zo over denken, omdat ze daar meestal een heleboel verse zotten vinden. Maar nu blijven ze alsmaar op anker en beperk ik mij noodgedwongen tot mijn koninkrijk. Nou, op mijn leeftijd kan het me niet veel meer schelen. Ik weet mijn schaduwrijke plekjes in de frisse middagbries best te vinden. Ze geven me tenminste niet meer dat ellendige kattenvoer, maar dat komt alleen omdat het schijnt dat er in dit land geen winkels meer zijn die die rommel verkopen. En als je het dan in de winkel kan vinden, is het net zo duur als èchte ham. Dus nu kopen ze eindelijk het echte werk maar ze hebben wel het het lef om een fink deel ervan voor hunzelf te stelen. Het belangrijkste nog wel is dat ze eindelijk leren vissen. Dat wil zeggen, de lokale indianen leren ze hoe ze het moeten doen. Er is hier zat vis in de buurt en ze hebben zelfs een buitenboord barbecue gemaakt om deze lekkernijen te bakken. Want meestal heb ik de vis liever gebakken. Als ze wat traag zijn, weet ik ze heel goed aan hun taak te herinneren door een bloederige haal van mijn nagels aan hun poten. Het komt goed uit dat ze in dit klimaat geen broek dragen. Hierin ben ik net zo flink als in mijn beste dagen. Mijn favoriete uithaal zijn de schenen van die zogeheten Captain Food. Of, als we aan tafel zitten, anders wel zijn neus! Als hij zijn verantwoordelijkheden wil nemen, laat hem die maar voelen. Ik wil mijn gefrituurd visje om over oude tijden te mijmeren. De laatste tijd raak ik ook verslaafd aan het knarsen van verse vis terwijl ze nog spartelen. Soms is dat nog beter!